Sinds kort hebben we te maken met een veranderde aanpak van de Inspectie SZW bij bedrijfsongevallen. Volgens de Inspectie SZW moet deze nieuwe aanpak de veiligheid in de bedrijven verbeteren en herhaling van ongevallen zoveel mogelijk voorkomen. Kanttekening is wel dat de nieuwe aanpak alleen geldt voor ongevallen waarbij het slachtoffer licht letsel heeft opgelopen.
Het aantal bedrijfsongevallen neemt volgens de Inspectie SZW al jaren toe. Dit is ook terug te zien in de jaarcijfers die door hen elk jaar weer gepubliceerd worden. De afgelopen tijd heeft de Inspectie SZW, mede op verzoek van de Tweede Kamer, onderzoek gedaan naar nieuwe mogelijkheden voor de afhandeling van het ongevalsonderzoek.
Onder bepaalde voorwaarden wil de Inspectie SZW nu bedrijven, die te maken hebben gehad met een bedrijfsongeval, zelf aan de slag laten gaan met verbeteringen. Bijvoorbeeld door het bedrijf zelf te laten onderzoeken wat er precies misging bij het bedrijfsongeval, hoe dat voorkomen kon worden en hoe er voor te zorgen dat het niet nog eens gebeurt. Uit de eerste onderzoeksresultaten blijkt volgens de Inspectie SZW dat de nieuwe interventies effectief zijn, zowel bij het aanpakken van de directe oorzaak van het bedrijfsongeval als de achterliggende factoren.
Zelfstandig onderzoek door bedrijf
De verbeterpunten die uit het zelfstandige onderzoek van het bedrijf voortkomen, moet de werkgever in orde maken. “Dat kost de bedrijven tijd, maar het levert ze ook wat op: meer veiligheid in het bedrijf. Bijkomend voordeel is dat bij een goedgekeurd verbeterplan de Inspectie SZW geen boete oplegt. Bij de nieuwe aanpak bekijkt de Inspectie SZW het onderzoek dat door het bedrijf is uitgevoerd en beoordeelt of het verbeterplan effectief is. Daarbij kan een Inspecteur eventueel besluiten de werkplek te inspecteren in plaats van het ongeval te onderzoeken. De werkgever moet dan met de verbeterpunten aan de slag gaan. Bedrijven kunnen wel alsnog een sanctie (boete) krijgen als bij een inspectie blijkt dat er t.a.v. de verbeterpunten geen vorderingen zijn gemaakt.
Zoals al eerder gesteld wordt deze nieuwe aanpak alleen gehanteerd bij bedrijfsongevallen waarbij het slachtoffer licht letsel heeft opgelopen. Ongevallen waarbij het slachtoffer ernstig gewond is geraakt of er iemand overleden is worden op de reguliere wijze door de inspectie SZW onderzocht en afgehandeld. Wanneer dan uit onderzoek blijkt dat het bedrijf de wet heeft overtreden dan kan zoals gebruikelijk een boete opgelegd worden of kan er zelfs overgegaan worden tot een strafrechtelijke vervolging of een stillegging van het bedrijf.
Maar wat is er nu daadwerkelijk veranderd?
Bij een bedrijfsongeval met licht letsel kan het bedrijf dus zelf het ongevalsonderzoek doen en een verbeterplan ter goedkeuring indienen bij de Inspectie SZW. Opmerking: dit verbeterplan moest men voorheen ook al maken. Na goedkeuring van het verbeterplan moet het bedrijf ook de verbeteringen implementeren. Dit was voorheen ook al het geval. Het enige verschil is dus dat men zelf een ongevalsonderzoek mag doen. Vraag hierbij is natuurlijk wel hoe eerlijk het bedrijf dit onderzoek zal doen? Is men bereid om eerlijk het boetekleed aan te trekken of zal men proberen het allemaal toch wat mooier te maken dan de werkelijkheid is?
Bedenkingen
Ik heb zo mijn bedenkingen bij deze nieuwe aanpak. Laat ik dit toelichten aan de hand van het volgende voorbeeld. Bij een ongeval heeft iemand met zijn hand in de machine gezeten en bij een draaiend mes een flinke snijwond opgelopen die gehecht moet worden. Gelukkig geen amputatie. Dus er is sprake van relatief licht letsel. Uiteindelijk zal uit het onderzoek moeten blijken dat het mes in de machine beter beveiligd moet worden. Omdat men regelmatig het mes moet schoonmaken moet het dus een afscherming zijn die gemakkelijk geopend kan worden. Bij een afscherming die gemakkelijk geopend kan worden zal men al gauw kiezen voor een scharnierende afscherming of een deurtje. Dit betekent dat men veiligheid technisch de afscherming of deur ook elektrisch moet beveiligen. Deze elektrische beveiliging zorgt er dan voor dat, als de afscherming geopend wordt, het mes afgeschakeld wordt. Bij snellopende messen met een uitloop voor stilstand zou er zelfs sprake moeten zijn van een vergrendelde veiligheidsschakelaar en een stilstandsdetectie. Dit betekent dat pas als het mes volledig stil staat de vergrendeling vrijgegeven wordt en de afscherming of deur geopend kan worden. De juiste oplossing vraagt dus niet alleen om een mechanische afschermkap maar ook om een elektrische veiligheidsschakeling. Een bedrijf zou in het verbeterplan dat men indient alleen kunnen spreken over een afschermkap om de veiligheidsoplossing eenvoudiger (lees goedkoper) te maken. Mijn vraag is dan of de betreffende inspecteur, die het verbeterplan moet goedkeuren, dan zal signaleren dat de veiligheidsoplossing niet volledig is of toch het verbeterplan goedkeuren?
Krijgen we geen halfbakken veiligheidsoplossingen?
Zo zou ik nog veel meer situaties kunnen schetsen. Daarbij wil ik er ook op wijzen dat het kiezen van een juiste veiligheidsoplossing ook nog eens vraagt over voldoende kennis van machineveiligheid. Volgens mij is het een legitieme vraag is of deze kennis wel afdoende aanwezig is bij het bedrijfsleven. Zal e.e.a. toch niet resulteren in halfbakken veiligheidsoplossingen. Het was volgens mij veel beter geweest als men gesteld had dat ongevalsonderzoek en het verbeterplan samen met of door een specialist machineveiligheid uitgevoerd en opgesteld moet worden. Hiermee zou er een betere garantie zijn van juiste machineveiligheid oplossingen. Maar misschien komen we in de toekomst nog eens zover.
Op zich nieuwe aanpak prima, maar ……………….
Op zich juichen we een nieuwe aanpak toe. Het kan in ieder geval resulteren in een snellere afhandeling van de bedrijfsongevallen. De laatste jaren werd zeer veel van de capaciteit van de Inspectie SZW opgeslokt door de ongevalsonderzoeken. Vaak waren dit langlopende trajecten. Soms duurde het maanden voordat het rapport van de Inspectie bij het bedrijf binnen kwam. Meestal stond dan in het rapport dat het bedrijf drie maanden de tijd kreeg om de situatie te verbeteren. Al met al kon er met gemak sprake zijn van een half jaar voordat er iets gedaan werd. Door de nieuwe aanpak zal een deel van de belasting van de Inspectie SZW gereduceerd worden omdat zij niet de ongevalsrapporten op moeten stellen. Als bedrijven dan op een juiste wijze meewerken kunnen bedrijfsongevallen met licht letsel sneller afgehandeld worden en kan de situatie sneller verbeterd worden. Maar we spreken dan nog steeds alleen maar over de bedrijfsongevallen met licht letsel. Bij bedrijfsongevallen met een zwaarder letsel blijven we toch zitten met de volledige belasting van de Inspectie SZW. Misschien zal de werkdrukverlichting resulteren in een snellere afhandeling? Maar ook dat wordt afwachten.
Hoe gaan bedrijven met de nieuwe aanpak om?
Natuurlijk is het de grote vraag hoe bedrijven zelf met deze nieuwe aanpak om zullen gaan. Met daarbij ook de vraag hoe snel de Inspectie SZW een verbeterplan zal goedkeuren. Misschien is de belangrijkste vraag wel of het verbeterplan correct is? Maar ook of het daadwerkelijk uitgevoerd zal gaan worden? Bij veel bedrijven zal een inspectie alsnog nodig blijken te zijn om te controleren of men ook daadwerkelijk de verbeteringen uitgevoerd heeft. De Inspectie SZW zal dan toch weer aan de bak moeten.
Maar goed laten we dit nieuwe initiatief het voordeel van de twijfel geven en hopen dat deze nieuwe aanpak resulteert in een nieuwe bewustwording bij de bedrijven van hun verantwoordelijkheid. Voor nu kunnen we alleen maar stellen: de praktijk zal het leren!