Dit zinnetje betekent zoveel als ‘achteraf spijt van iets hebben’. Hoe vaak hebben we dit zinnetje al gebruikt in ons leven en hoe vaak zullen we het nog gebruiken? Hoeveel managers, veiligheidskundigen en bedrijfseigenaren hebben dit zinnetje gebruikt ten aanzien van de veiligheid binnen hun bedrijf? Laat ik gelijk mijn hoop maar uitspreken: ik hoop heel weinig! Want als u het wel gebruikt heeft, dan is er al sprake geweest van een bedrijfsongeval…
De praktijk
Eerst maar eens een aantal voorbeelden in welke situaties we deze uitdrukking het meest gebruiken. Situaties die sterk kunnen verschillen. Sommigen van ons hebben spijt, omdat ze vroeger verkeerde studiekeuzes hebben gemaakt of niet doorgeleerd hebben terwijl het kon. Of spijt, omdat ze een voordeeltje misgelopen hebben, omdat ze niet op tijd hebben gereageerd. De hypotheek te laat af- of overgesloten, pas toen de hypotheekrente al behoorlijk gestegen was. Of pas een huis gekocht, toen de huizenprijzen de pan uitrezen.
Meer recent: geen meerjarig contract afgesloten met je energieleverancier, dus er nu duur aan moeten. Je bitcoins zijn flink in waarde gezat, nu de koers stevig onderuit is gezakt. Te laat verkocht dus. Misschien hebben we het moeten gebruiken voor een verdrietige gebeurtenis in ons leven. We geen hebben tijd gemaakt om meer bij een ernstig zieke vriend of familielid te zijn en we daarom het gevoel hebben dat we niet echt afscheid hebben kunnen nemen.
Zo zal iedereen talloze voorbeelden hebben. Steeds heeft dit te maken met ‘achteraf spijt van iets hebben’. Het realiseren van ‘o, had ik maar………….’ is dan meer een les voor de toekomst. Om in de toekomst alerter te zijn en sneller de juiste keuzes te maken.
Binnen het bedrijf
Zoals ik al aangaf wil ik dit ‘o, had ik maar’ ook eens toepassen op de veiligheidssituatie van het bedrijf. Bijvoorbeeld na een ernstig bedrijfsongeval. Dan worden we (als directeur, manager, veiligheidskundige) als verantwoordelijken geconfronteerd met de gewetensvraag of we tekort zijn geschoten. Of misschien zelfs wel met het idee dat we het bedrijfsongeval hadden kunnen voorkomen. We hadden die machine beter kunnen beveiligen. Bepaalde risico’s eerder moeten onderkennen. Maatregelen moeten nemen. We worden in dat soort situaties hard met de neus op de feiten gedrukt. Resteert de spijt over het feit dat we niet gehandeld hebben. Harde ‘lessons learned’.
Maar het kan ook zijn dat we zelf het slachtoffer waren en denken ‘o, had ik maar…….’. Op de puntjes kunnen we van alles invullen. Bijvoorbeeld: had ik maar eerst die afschermkap teruggeplaatst, voordat ik met de machine ging werken. Had ik de machine maar eerst veilig gesteld, voordat ik die storing ging oplossen. Of had ik maar beter naar de gevaren van die gevaarlijke stof gekeken, voordat ik ermee ging werken. Of had ik mijn veiligheidsbril of gehoorbescherming maar gedragen. Dit zijn concrete zaken die we jammer genoeg niet gedaan hebben en waarvan we achteraf spijt hebben.
Niet alles kan
Nu moet ik hier wel een kanttekening plaatsen. We kunnen ook stinkende ons best doen om de veiligheid binnen het bedrijf te verbeteren en toch met een bedrijfsongeval geconfronteerd worden. Ook dan kunnen we ons schuldig voelen. Maar dan is het wel goed om ons te realiseren dat we niet alle bedrijfsongevallen kunnen voorkomen. Dat we soms gewoonweg in wijsheid te kort schieten. Want achteraf concluderen dat een bepaalde situatie te risicovol was, is niet zo moeilijk. Dat heeft de praktijk al bewezen.
Maar vooraf alles goed in kaart te brengen is niet altijd mogelijk, omdat er ook onverwachte omstandigheden debet aan het bedrijfsongeval kunnen zijn. We kunnen dan alleen achteraf reageren en proberen om herhaling in de toekomst te voorkomen. Het gezegde ‘als het kalf verdronken is dempt men de put’ is dan jammer genoeg ook van toepassing in de veiligheid. Ik hoop daarom dat we er van leren en stappen nemen om die herhaling te voorkomen.
Nu hebben we dus ook te maken met het feit dat niet alle risico’s van tevoren in te schatten zijn. Vooral de risico’s die zomaar opeens kunnen ontstaan. We kunnen proberen om hier rekening mee te houden, maar dat is een onbegonnen zaak. Het wrange feit is: we kunnen niet alles voorkomen.
Wat kunnen we wel?
Wat kunnen we dan wel om ook als organisatie klaar te zijn voor de onverwachte risico’s? Het mooiste zou zijn dat we dan een bedrijfscultuur hebben opgebouwd, waar de medewerkers geleerd hebben om op een juiste manier op dit soort onveilige situaties te reageren. Met andere woorden dat ze geleerd hebben om bij onverwachte risico’s c.q. gevaren te anticiperen. Bijvoorbeeld om op de tijd de werkzaamheden te stoppen, als onverwachte risico’s of gevaren zich aandienen.
In de wetenschap dat we niet alles kunnen voorkomen, ben ik voorstander van het werken aan het veiligheidsbesef en -bewustzijn van alle medewerkers. En dat niet alleen door een eenmalige veiligheidstraining, maar door steeds weer het thema veiligheid op de bedrijfsagenda te zetten. Ik geloof heilig in de kracht van herhaling. Als we samen de focus hebben op de veiligheid, dan zullen we met elkaar meer onveilige situaties (ook onverwachte) in smiezen krijgen. Vervolgens kunnen we met elkaar daarop acteren.
Doodlopende weg
Proberen om alle gevaren van tevoren te onderkennen is een vorm van veiligheidsmanagement, waarbij we denken dat we alles onder controle kunnen hebben. Vaak is dit managen van veiligheid nog een zaak van bepaalde medewerkers en niet van iedereen. Het is een zaak van veiligheidskundigen, die onveilige situaties moet signaleren en op papier moet vastleggen. Met prachtig geformuleerde acties ter verbetering die genomen moeten worden. Vaak worden er dan techneuten ingeschakeld die allerlei mooie veiligheidsoplossingen moeten bedenken.
Nu kwam het in het verleden veel voor dat er op deze manier gewerkt werd. Maar bij de uiteindelijke implementatie van de veiligheid was er dan vaak weerstand van de mensen die met die nieuwe veiligheidsoplossingen moesten gaan werken. Waarom? Omdat ze het nut van deze oplossingen totaal niet inzagen. Hun reactie was dan vaak ‘dit is voor ons op deze manier een onwerkbare situatie’ of ‘ik heb al jaren op deze manier gewerkt en er is nog nooit wat gebeurd’. Gevolg dat veel veiligheidsoplossingen omzeild of verwijderd werden. Figuurlijk in de prullenbak belandden. En dan is er soms zomaar sprake van ‘o, had ik maar……’. Dus hoogste tijd voor iets anders.
Samen
En dat is met elkaar werken aan het veiligheidsbesef en -bewustzijn. Het vraagt van iedereen in de organisatie (van management tot aan de werkvloer) om een totaal nieuwe houding ten aanzien van de veiligheid. Nu is er met het in kaart brengen van onveilige situaties en het bedenken van veiligheidsoplossingen niets mis. Dus het opstellen van een Risico Inventarisatie & Evaluatie (RI&E) is heel nuttig. Het geeft juist aan dat het bedrijf actief met de veiligheid bezig is.
Maar laten we hierbij dan ook de doelgroep (de mensen die ermee moeten gaan werken) betrekken. Zij moeten ook inzien dat die veiligheidsoplossingen noodzakelijk zijn. En misschien hebben ze zelfs wel een paar goede ideeën voor een veiligheidsoplossing. Door hen erbij te betrekken zien zij ook het nut van het ‘waarom’ in. Zij moeten juist gestimuleerd worden om met die ideeën te komen. Maar dan moeten ze daar wel de ruimte en tijd voor krijgen. Natuurlijk vraagt het ook om training in het herkennen van gevaren. Wel zal het resultaat zijn mooie, geaccepteerde en veilige oplossingen.
Techneuten en veiligheidskundigen moeten daarom veel meer op de werkvloer aanwezig zijn en in gesprek gaan met de collega’s die het werk moeten uitvoeren. Zij zijn een belangrijke informatiebron en zijn ook de eersten die kunnen signaleren als er zaken fout gaan.
Garanties?
Het ‘o, had ik maar……………’ voorkomen, is dat mogelijk? Jazeker, door iedereen erbij te betrekken. En dan zullen er nog steeds gevaren of risico’s zijn die niet opgelost kunnen worden, omdat ze gewoon bij het werk horen. We moeten deze gevaren en risico’s accepteren. Maar dan kan je wel met elkaar afspreken hoe je het beste met die risico’s om kan gaan. Door dit te bespreken is er ook nog een bijkomend voordeel. Namelijk, dat iedereen zich van die risico’s bewust is en dan daar ook meer rekening mee zal houden.
Een garantie dat er dan geen ongevallen zullen zijn, is er natuurlijk niet. Geen enkele methodiek kan die garanties geven. Ongevallen zullen blijven bestaan. Waarom? Omdat we werken met mensen. En mensen kunnen allemaal een moment van onachtzaamheid hebben. Maar we mogen er wel vanuit gaan dat deze momenten ook gereduceerd worden, als de medewerkers meer bij de veiligheid betrokken worden. Daarnaast kan er collegiale correctie gaan ontstaan. Juist omdat iedereen betrokken is bij de veiligheid. Dan is er sprake van een bepaald veiligheidsbewustzijn en -besef en hebben we meer kans dat men elkaar gaat waarschuwen als iemand even niet bij de les is. Deze collegiale correctie kan alleen ontstaan bij bedrijven waarbij iedereen meedenkt over de veiligheid. Op deze manier wordt ‘o, had ik maar………..’ omgezet in ‘wij hebben er alles aan gedaan om ongevallen te voorkomen’.
Afbeelding: Gerd Altmann via Pixabay